
Spreekwoorden: (1914)
Te kort schieten,d.w.z. niet toereikend zijn, tegen een ander niet opgewassen zijn; eene zegswijze ontleend aan het schieten, zoodat zij eig. wil zeggen: niet ver genoeg schieten; vgl. het Zuidndl. te kort bollen (eig. met een bal rollen), voor iemand in iets moeten onderdoen; Schuerm. 68 a; 281 a; ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Te kort schieten,d.w.z. niet toereikend zijn, tegen een ander niet opgewassen zijn; eene zegswijze ontleend aan het schieten, zoodat zij eig. wil zeggen: niet ver genoeg schieten; vgl. het Zuidndl. te kort bollen (eig. met een bal rollen), voor iemand in iets moeten onderdoen; Schuerm. 68 a; 281 a; ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.